Skip to main content
Uw zoekacties: Stichting De Fontein

0942 Stichting De Fontein

beacon
 
 
Geschiedenis van de Stichting “De Fontein.”
Het initiatief tot oprichting van de stichting werd in 1981 genomen door een aantal inwoners van Lelystad dat zich betrokken voelde bij het culturele leven in de, nog jonge, stad en de wens daaraan een positieve bijdrage te leveren.
Het moment waarop het initiatief werd genomen was, mag worden aangenomen, niet geheel toevallig.
De gemeente Lelystad had in het Bibliotheekplan 1980-1982 aangekondigd een kunstuitleen te willen verbinden aan de centrale openbare bibliotheek. De gedachte daarbij was dat de bibliotheek een grote deelname van de bevolking kende. Men nam aan dat veel mensen die daar anders niet aan toe zouden komen in de bibliotheek geconfronteerd zouden worden met diverse kunstwerken en met de mogelijkheden van lenen en/of kopen daarvan.
Echter de uitvoering van dit voornemen zou moeten wachten tot het gereedkomen van het nieuwe Stadhuis waar binnen de centrale bibliotheek zou worden gevestigd. De ingebruikneming van het nieuwe Stadhuis was voorzien voor 1984.
In gesprekken tussen de stichting en het college van B&W werd duidelijk dat door de gemeente grote waarde werd gehecht aan de uitbreiding van het culturele leven in Lelystad o.a. zoals voorgesteld door de stichting. Van belang voor de gemeente was dat de stichting alles zou doen om geïnteresseerde bewoners te bereiken en de vervroegde totstandkoming van de kunstuitleen.
De oorspronkelijke doelstelling
De initiatiefnemers stelden zich tot doel een pakket te bieden van diverse mogelijkheden op cultureel gebied dat zou voorzien in een leemte in het toenmalige voorzieningen aanbod in Lelystad. Er werd daarmee getracht een verbinding te leggen tussen culturele vorming en consumptief vermaak, actieve educatie en passieve recreatie.
Een ontmoetingsplaats zou ruimte bieden aan een ieder die op enigerlei wijze actief wilde zijn op cultureel gebied, hetzij door deel te nemen aan activiteiten, hetzij door deel te nemen aan activiteiten van anderen. De stichting zou daartoe activiteiten uitvoeren met een stimulerend, uitnodigend karakter, passend in de tijd en in de Lelystadse situatie. Er werd gedacht aan verschillende doelgroepen.
De activiteiten
Door de stichting zou een programma worden geboden bestaande uit verschillende activiteiten:
- Een cultureel café, dat ook buiten de tijden dat er specifieke programma activiteiten waren een ontmoetingsplaats zou kunnen zijn.
- Expositie van beeldende kunst, als mogelijkheid tot confrontatie en inspiratie.
- Het uitlenen van beeldende kunst, waarbij de door kunstenaars beschikbaar gestelde werken konden worden geleend en via een spaarsysteem konden worden gekocht.
- Een minitheater voor de uitvoering van activiteiten op het gebied van muziek, drama, dans, film of combinatie daarvan, waarvoor elders in Lelystad (nog) geen mogelijkheden waren.
- Thema- evenementen, waarbij een kader werd gegeven waarbinnen door iedereen kon worden meegedaan.
- Het open podium waar op vaste momenten ruimte werd geboden aan het publiek zelf op te treden. De initiatiefgroep hechtte daarbij wel aan een zeker kwaliteitsniveau.
- En tenslotte werd door de initiatiefgroep gesteld dat in een later stadium zou moeten worden bekeken welke van de genoemde activiteiten wel en welke niet in een behoefte zou voorzien.
De organisatie
Er zou worden gewerkt met een AB van ten minste 5 personen en een DB van tenminste 3 personen en coördinatoren voor de verschillende onderdelen. Het was de bedoeling voornamelijk te werken met vrijwilligers.
De gewenste ruimte en de ligging
Er werd gestreefd een ruimte te vinden die alle activiteiten zou kunnen bergen. Gedacht werd aan een ruimte die gemakkelijk plaats zou bieden aan 40- 50 mensen. Vanwege de toneel – en theater ambitie werden er eisen gesteld aan de hoogte en de mogelijkheid te kunnen verduisteren. Rekening diende te worden gehouden met het voorkomen van geluidsoverlast door de te geven concerten. Voor exposities en kunstuitleen werd gedacht aan voldoende daglicht. De ruimte zou geschikt moeten zijn om als café gebruikt te kunnen worden.
Aan de inventaris werden ruime eisen gesteld m.b.t. tot de verschillende activiteiten.
De financiën
Men verwachtte gelden te ontvangen uit verschillende bronnen. Geïnteresseerden zouden donateur moeten worden, als minimum bedrag werd fl. 10, - per jaar genoemd. Voor programma’s door de stichting te bieden zou daar bovenop nog een toegangsprijs worden gevraagd van Fl. 2,50 per keer.
Voor het lenen van kunstwerken zouden abonnementen worden uitgegeven van verschillende bedragen.Van kunstwerken die na, expositie, zouden worden verkocht zou de stichting een percentage ontvangen.
Van het café werd verwacht dat het (een geringe) winst zou maken.
En ten slotte zouden bij de gemeente, het rijk en diverse subsidiërende fondsen aanvragen voor subsidie worden ingediend.
Alle baten uit de genoemde bronnen, ook voor specifieke onderdelen, zouden ten goede komen aan de stichting als geheel. Door middel van begrotingen en deelplannen zou de verdeling van de middelen over de afzonderlijke activiteiten worden geregeld.
Aan het werk
De stichting De Fontein werd op 11 november 1981 opgericht te Lelystad door de heren Loet Tirion, Wim Petersen en mevr. Anita Petersen – Lantermans allen wonende te Lelystad.
Met in de tekst de nodige voorzichtigheid werd op 13 mei 1982 door het college van B&W aan de gemeenteraad voorgesteld een maximum subsidie te verstrekken van fl. 60.000 per jaar. Men verwachtte bovendien dat de stichting zou kunnen beschikken over een subsidie van het (toenmalige) ministerie van cultuur, recreatie en maatschappelijk werk van fl. 15.000, de rijksbijdrage voor de kunstuitleen. Het betrof hier voor de Stichting nadrukkelijk een proefperiode van één jaar. Daarna zou aan de hand van de ervaringen worden bezien of en op welke wijze subsidiering zou worden gecontinueerd. Een voorstel tot verlening van een gemeentegarantie van een door de stichting aan te gaan rekening-courant krediet en een exploitatie subsidie volgde. Eén lid van het college was van mening dat de kunstuitleen, zoals eerder gedacht, in de centrale bibliotheek zou moeten worden gevestigd, het initiatief van de stichting kon met uitsluiting van dat onderdeel, naar haar mening worden gehonoreerd. Het betrof hier een minderheidsstandpunt van de wethouder van o.a. cultuur.
Het voorstel van B&W werd aangenomen door de raad van de gemeente Lelystad. Men kon in september 1982 van start.
Op 25 september 1982 werd, na een intensieve periode van huren, het aanvragen en verkrijgen van de benodigde vergunningen, timmeren, inrichten en het leggen van de nodige contacten de feestelijke opening gevierd met diverse optredens en een tentoonstelling van foto’s van Ger Dekkers “Het Nieuwe Nederlandse Landschap.”
Wat volgde was een periode van ongeveer negen jaar van grote ambitie en enorme activiteit en tegelijkertijd financiële onzekerheid. De programmering van het Vestzak theater was overdadig te noemen, van de Kunstuitleen werd door particulieren en bedrijven goed gebruik gemaakt en er werden vele exposities georganiseerd. Er werden mooie jazz avonden gehouden, op zondagen klassieke ochtendconcerten en ook de kinderen kwamen niets te kort.
Het werken met coördinatoren voor de verschillende onderdelen en met een veelheid aan wisselende vrijwilligers bleek voor het bestuur moeilijker dan aangenomen. Een landelijke subsidiestop van, in elk geval een jaar, voor instellingen voor kunstuitleen was een tegenvaller. Bovendien werden door de gemeente Lelystad, wegens een stagnatie in de groei van de bevolking, voor 1985 en de jaren erna flinke bezuinigingen aangekondigd en doorgevoerd, ook op het terrein van de cultuur. Deze bezuinigingen leidden er toe dat gezocht moest worden naar andere behuizing voor de activiteiten van De Fontein. Het voorstel was De Fontein ruimte te verschaffen in het Centrum voor Kunstzinnige Vorming De Kubus, een gemeentelijke instelling. Dit leidde tot grote onrust bij bestuur en medewerkers van De Fontein, voornamelijk vanwege de vermeende afhankelijkheid, voor de vrijwilligers van de Fontein, van de professionals van het CKV. Dit alles betekende het begin van het einde van het zelfstandig bestaan van De Fontein.
Er werd getracht de verschillende onderdelen meer van elkaar te onderscheiden, zo werd op 24 januari 1986 een aparte stichting Kunstuitleen De Fontein opgericht. In de loop van het jaar 1986 werden ook voor de andere onderdelen aparte stichtingen opgericht met daarboven de stichting Beheer De Fontein voor de overhead, het toezicht op de financiën van alle, onder Beheer vallende stichtingen en het contact met de gemeente Lelystad. Alle stichtingen hadden dezelfde penningmeester; het doel daarvan was dat men hoopte de beheersbaarheid van de exploitatie te verbeteren en duidelijkheid te scheppen t.a.v. de verschillende subsidiestromen. Daarna werd de “oude stichting De Fontein”geliquideerd.
Bij de totstandkoming van de Provincie Flevoland op 1 januari 1986 werd door de toenmalige Staten in het werkprogramma het voornemen tot een onderzoek naar de wenselijkheid van een provinciaal dienstverleningscentrum voor kunst, kunstenaars en kunstonderwijs opgenomen. Hieruit vloeide vraag voort of het niet wenselijk zou zijn te onderzoeken of er meerwaarde zou kunnen worden toegekend aan het onderbrengen van de kunstuitleen De Fontein te Lelystad, de kunstuitleen te Almere en het kunstbezit van de gemeente Noordoostpolder in een Provinciaal Netwerk Kunstuitleen Flevoland en dit samen te voegen met het genoemde dienstencentrum. Op 2 februari 1988 werd een oriënterend gesprek georganiseerd en op 28 juni van dat jaar werd een eerste vergadering gehouden van de werkgroep Provinciaal Netwerk Kunstuitleen onder leiding van gedeputeerde E. Vermeer.
Inventaris
3 Stukken betreffende de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur van De Fontein, 1984-1985.
0942 Stichting De Fontein
Inventaris
3
Stukken betreffende de vergaderingen van het algemeen en dagelijks bestuur van De Fontein, 1984-1985.
Datering:
1984-1985
Omvang:
1 omslag

Kenmerken

Datering:
1981-1991
Auteur:
Binnerts, A.