Skip to main content
Uw zoekacties: Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, grondgebied t...

0716 Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, grondgebied toekomstige gemeente Lelystad

beacon
 
 
Geschiedenis van het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders over de periode 1955-1979
Start in de Zuidelijke IJsselmeerpolders
Instelling van een openbaar lichaam voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders
0716 Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, grondgebied toekomstige gemeente Lelystad
Geschiedenis van het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders over de periode 1955-1979
Instelling van een openbaar lichaam voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders
In januari 1954 werd het wetsontwerp tot instelling van een openbaar lichaam voor de Zuidelijke IJsselmeerpolders bij de Tweede Kamer ingediend door de ministers van Binnenlandse Zaken (L.J.M. Beel, KVP), Verkeer en Waterstaat (J. Algera, ARP) en Financiën (J. van de Kieft, PvdA). In de memorie van toelichting werd aangegeven dat het tijdstip was aangebroken om de gemeentelijke bevoegdheden voor het gebied te regelen omdat de eerste inwoners zich al aandienden.
Op 10 november 1955 werd bij wet het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders ingesteld (Staatsblad 1955, nr. 521).
De taken en bevoegdheden van de gemeentelijke bestuursorganen - de gemeenteraad, het College van Burgemeester en Wethouders en de burgemeester - werden toegewezen aan een landdrost (artikel 7) die door de Kroon werd benoemd. Artikel 5 van het wetsontwerp luidde: “Alle wettelijke voorschriften met betrekking tot een gemeente vinden, voor zover deze wet niet anders bepaalt, ten aanzien van het openbaar lichaam overeenkomstige toepassing”.
En de wet bepaalde inderdaad anders. Artikel 11 hield een beperking in. Dit artikel luidde: “Voor de toepassing van de bepalingen der Woningwet worden voor het gebied van het openbaar lichaam door Onze minister van Verkeer en Waterstaat goedgekeurde plannen tot regeling der bebouwing en der bestemming van gronden aangemerkt als ingevolge die wet vastgestelde en goedgekeurde uitbreidingsplannen". In de praktijk betekende dit dat de bestemmingsplannen met betrekking tot de ruimtelijke ordeningen de bebouwing van het gebied door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders (RIJP) werden opgesteld en zoals de wet voorschreef door de minister van Verkeer en Waterstaat werden beoordeeld. Aan het openbaar lichaam bleven dus enkele belangrijke gemeentelijke taken onthouden.
Overigens werd de functie van de landdrost bekleed door de directeur van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders zodat de coördinatie tussen het openbaar lichaam en het rijksontwikkelingsbeleid op een zo efficiënt en effectieve wijze gebeurt.
De financiering van het openbaar lichaam werd in de artikelen 9 en 10 geregeld. Het openbaar lichaam zou een door de ministers van Binnenlandse Zaken en Financiën vast te stellen bijdrage uit het gemeentefonds ontvangen.
Zoals in artikel 7 al naar voren kwam werden de bevoegdheden van het openbaar lichaam in handen gelegd van een landdrost. De inschakeling van adviescommissies werd in de wet opgenomen maar de beslissing van de feitelijke instelling van deze adviescommissies werd aan de minister van Binnenlandse Zaken overgelaten (artikel 16).
De taken van de Provinciale en Gedeputeerde Staten en van de Commissaris van de Koningin werden bij gebrek aan een provinciale indeling van het gebied in handen gelegd van de minister van Binnenlandse Zaken, die als er ook belangen van andere departementen in het spel waren, de betreffende ambtgenoten in de besluitvorming zou betrekken.
De taken van de rijksoverheid konden uiteraard op normale wijze worden uitgeoefend. De polders mochten dan wel niet provinciaal of gemeentelijk zijn ingedeeld, zij behoorden onomstotelijk tot het Nederlandse grondgebied. Gezien het feit dat de ontginning en ontwikkeling van de polder een rijkstaak was, die door een rijksdienst werd uitgevoerd, had de minister van Verkeer en Waterstaat echter een speciale verantwoordelijkheid met betrekking tot de ruimtelijke ordening en de bebouwing in de polder.
Het hele gebied was immers eigendom van het rijk. Het openbaar lichaam bezat in 1955 geen vierkante centimeter grond in de polder. In de overdracht van rijkseigendommen aan het openbaar lichaam was echter in het wetsontwerp voorzien.
De ministers van Binnenlandse Zaken, Verkeer en Waterstaat, Financiën en de landdrost zouden gezamenlijk bepalen welke rijkseigendommen op welk tijdstip voor overdracht door de Kroon aan het openbaar lichaam in eigendom, beheer en onderhoud in aanmerking zouden komen (artikel 15).
Bestuursvormen van het openbaar lichaam (Commissie van Advies, Dagelijks AdviesCollege en Adviesraad)
Instelling van de gemeente Lelystad
Overzichten
Geschiedenis van het archief van het Openbaar Lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders betrekking hebbend op het grondgebied van Lelystad
Voordat uitgebreid wordt ingegaan op het bovenstaand archief, is het zeker vermeldenswaardig dat het algemene gedeelte van het archief van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders reeds aanwezig is in het Rijksarchief (provinciehuis) te Lelystad.
Het archief van het openbaar lichaam betrekking hebbend op het grondgebied van Lelystad bevindt zich tot op heden in de archiefbewaarplaats van het stadhuis in Lelystad.
In de Wet tot instelling van de gemeente Lelystad en nadere vaststelling van de gemeentegrens Dronten (Staatsblad 1979, nr. 378 en 441) werd in artikel 28 bepaald dat alle archiefbescheiden van het Openbaar Lichaam betrekking hebbende op het gebied van de gemeente Lelystad in bruikleen werden overgedragen aan de gemeente Lelystad. De gemeente Lelystad heeft dus slechts het gebruiksrecht van de archiefbescheiden betreffende het eigen grondgebied.
De hierna beschreven archiefbescheiden zijn in het semi-statisch gedeelte van de archiefbewaarplaats van de gemeente Lelystad ondergebracht en voornamelijk zaaksgewijs geordend. Via een dossierinventaris zijn de archiefbescheiden toegankelijk gemaakt. Bij de samenstelling van de dossierinventaris is gebruik gemaakt van de basisarchiefcode van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De archiefbescheiden zijn in dozen op numerieke volgorde weggezet.
Splitsing
Vernietiging
Bestekken
Materiële toestand
Verantwoording van de inventarisatie
In het kader van de opleiding Voortgezette Vorming Archiefbeheer is tussen april en november 2001 door mij geïnventariseerd het archief van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, betrekking hebbend op het grondgebied van de toekomstige gemeente Lelystad. Begeleidend mentor tijdens de beschrijvende werkzaamheden is de provinciaal archiefinspecteur van Flevoland, de heer J. Wieland.
De begindatum van het beschreven archief is [1942]1955, het jaar waarin het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders werd ingesteld en loopt tot 1980 (met uitloop naar 1985).
De gemeente Lelystad is ingesteld op 1 januari 1980. De reden dat deze inventaris qua periode een aantal jaren doorloopt in de Lelystadse periode is dat de besluitvorming voor 1980 heeft plaats gevonden en de uitwerking tot in de jaren ’80 doorgaat. Splitsing van deze stukken verstoort de samenhang tussen besluitvorming van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders en de uitwerking en uitvoering door de gemeente Lelystad. Voorbeelden hiervan zijn bestekken, aankoop en verkoop van grond, verordeningen.
Een aantal stukken, die volgens een aantal categorieën voor vernietiging in aanmerking komen, zijn toch in de inventaris opgenomen. Zij geven de unieke ontwikkelingen van Lelystad aan die via de bestuurlijke besluiten van het openbaar lichaam tot stand zijn gekomen. Voorbeelden hiervan zijn;
a. stukken betreffende bouw van een gemeenschapscentrum Agora,
b. de dossiers inzake de tijdelijke huisvesting van scholen,
c. stukken betreffende huur, exploitatie, inrichting en tijdelijke huisvesting van het openbaar lichaam in het kantoorgebouw van F. van der Meijden (Zijpestein),
d. subsidiëring van een aantal verenigingen die in de periode 1955 - 1979 zijn opgericht.
In de archiefbewaarplaats bevinden zich ook de commissie-archieven en het archief van Publieke Werken. Wegens een tekort aan tijd en de duur van de opleiding Voortgezette Vorming Archiefbeheer (3/4 jaar) zijn deze archieven niet meegenomen in deze inventaris en zullen te zijner tijd via een aanvulling worden toegevoegd.
Wijze van nummering van de bestekken toelichten.
Door mij zal ongeveer 13 m¹ archiefbescheiden worden vernietigd. Bij het apart zetten van deze archiefbescheiden is gebruik gemaakt van de “lijst van voor vernietiging in aanmerking komende bescheiden uit de archieven van gemeentelijke en intergemeentelijke organen dagtekende van na 1850, d.d. 1 december 1983”. De afrondende werkzaamheden met betrekking tot de vernietiging zullen in 2002 worden gedaan.
De volgende bijlage is aan deze inventaris toegevoegd:
- bijlage 1A: lijst van de bestekken die overgedragen zijn door de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders, waarbij uitgegaan is van de volgorde van de besteksnummers; inventarisnummers A1 - A478.
Deze inventaris is tot stand gekomen met behulp van het tekstverwerkingsprogramma Word 97.
Mijn dank gaat uit naar:
- J. Wieland, rijksarchivaris/provinciaal archiefinspecteur van Flevoland, voor de wijze van begeleiding en ondersteuning bij het maken van deze beschrijvende inventaris;
- de medewerkers van het team Archief van de gemeente Lelystad, voor het tijdens deze hectische periode overnemen van de werkzaamheden op het dynamische archief;
- de gemeente Lelystad, voor het beschikbaar stellen van tijd en geld voor het volgen van de opleiding Voortgezette Vorming Archiefbeheer;
- L.C.M. Lankamp-Tolsma, voor het beschikbaar stellen van de beschrijvende inventaris van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders, betrekking hebbende op het grondgebied van de toekomstige gemeente Dronten 1955 - 1971.
Bronnen
1. Beschrijvende inventaris van het archief van het openbaar lichaam Zuidelijke IJsselmeerpolders betrekking hebbende op het grondgebied van de toekomstige gemeente Dronten, 1994. Auteur: L.C.M. Lankamp-Tolsma
2. Het openbaar bestuur in de Zuiderzee- en IJsselmeerpolders 1937 – 1987, 50 jaar bestuur in Flevoland, Noordoostpolder en Wieringermeer. Publicatie van de Stichting voor het Bevolkingsonderzoek in de drooggelegde Zuiderzeepolders, deel 57. Auteurs: dr. J.P. Verkaik en dr. P.C. van Royen. Uitgeverij : Walburg Pers 1993
3. “Ach lieve tijd”, de historie van Flevoland, de Flevolanders enhun bestuur. Waanders uitgeverij 1991 in samenwerking met de provincie Flevoland en het Sociaal Historisch Centrum voor Flevoland

De foto’s die staan afgebeeld in deze inventaris zijn afkomstig uit:
• Het openbaar bestuur in de Zuiderzee- en IJsselmeerpolders 1937 - 1987, 50 jaar bestuur in Flevoland, Noordoostpolder en Wieringermeer;
• Ach lieve tijd, de historie van Flevoland, de Flevolanders en hun bestuur.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
(1942) 1955-1979 (1985)
Omvang in m.:
45,625
Auteur toegang:
Heide, G. van der
Toelichting openbaarheid:
Per inv. nr. is de datum waarop de openbaarheid vervalt aangegeven. Het gehele archief wordt openbaar per 1 januari 2057.
Opmerkingen:
De inventarisnummers 1 t/m 916 worden gedigitaliseerd.
Openbaarheid:
Deels openbaar