Skip to main content
Uw zoekacties: Dienst der Zuiderzeewerken

0717 Dienst der Zuiderzeewerken

beacon
 
 
Geschiedenis van de archiefvormende organen
Algemeen
0717 Dienst der Zuiderzeewerken
Geschiedenis van de archiefvormende organen
Algemeen
Hoewel er al verschillende plannen en ideeën ten aanzien van de droogmaking en de inpoldering van de Zuiderzee waren ontwikkeld *  , ging de overheid zich pas in de zeventiger jaren van de negentiende eeuw voor het project Zuiderzee interesseren. In deze periode van de 19e eeuw werden enige wetsontwerpen ingediend die geen van allen succes hadden. In 1886 werd op initiatief van particulieren en lagere overheden de Zuiderzeevereniging opgericht *  die van beslissende betekenis is geweest voor de realisering van de inpolderingsplannen. De nota's en rapporten die de vereniging uitgaf zijn een weergave van de studies over de droogmaking en inpoldering van de Zuiderzee door onder andere ir. J. van der Toorn en ir. C. Lely. In 1892 werd bij koninklijk besluit (kb) van 8 september nr. 21 een regeringscommissie ingesteld, die de plannen van de Zuiderzeevereniging op 14 april 1894 positief beoordeelde en ook de aanbeveling deed om het werk door de staat te laten uitvoeren. Met de realisatie van de plannen wilde het echter niet vlotten. Dit kwam vooral doordat kabinetten vroegtijdig ten val kwamen waardoor wetsvoorstellen terzijde gelegd werden. Ook ontbrak nog de eigenlijke wil om de plannen door te zetten, omdat men nog niet precies wist of de voordelen op zouden wegen tegen de nadelen.
De nadelen waren tweeërlei. In de eerste plaats was er het probleem van de financiering. Tot dan toe waren de inpolderingen *  vrij snel economisch rendabel en het was duidelijk dat de Zuiderzee inpoldering dat op korte termijn zeker niet zou zijn. Het tweede nadeel waren de economische en sociale gevolgen van het verdwijnen van de Zuiderzeevisserij. De voordelen waren de vorming van een groot zoetwaterreservoir, grotere veiligheid tegen overstromingen, landaanwinning met uitbreiding van het landbouwareaal en verkorting van de kustlijn. In 1913 sprak koningin Wilhelmina in de troonrede: 'Ik acht thans de tijd gekomen om de afsluiting en de droogmaking van de Zuiderzee te ondernemen. Een wetsontwerp tot uitvoering van die afsluitdijk en gedeeltelijke droogmaking zal u daartoe worden aangeboden'. Dit werd in eerste instantie vertraagd door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Maar na de stormvloed van 13 januari 1916, waarbij gebieden rond de Zuiderzee onder water liepen en bovendien werd aangetoond dat Nederland op dat moment een tekort aan goede landbouwgrond had, werden de plannen doorgezet. Bij kb van 9 september 1916 werd een wetsvoorstel bij de Kamers ingediend. Op 13 juni 1918 kwam de Wet tot Afsluiting en gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee *  een dag later tot stand. Naast de Zuiderzeewet kwam nog een aantal andere wetten tot stand.
Naast de Wet op het Zuiderzeefonds van 20 december 1918 en de Zuiderzeewet voor defensiebelangen en de Visserijsteunwet van 29 juni 1925. Behalve deze wetten schreef de Zuiderzeewet twee Algemene Maatregelen van Bestuur voor die de inrichting van de organen die de werken tot stand moesten brengen regelden; de Zuiderzeeraad en de Dienst der Zuiderzeewerken, respectievelijk van 16 juli 1918 en 31 mei 1919.
De Zuiderzeewet behelsde:
- de afsluiting van de Zuiderzee van de Noordhollandse kust af over Wieringen naar de Friese kust benoorden Piaam;
- de droogmaking van gedeelten van de af te sluiten Zuiderzee;
- voorziening in de belangen van waterkering, afwatering en scheepvaart, voorzoveel deze door de afsluiting en de droogmaking geschaad werden.
De wet bepaalde tevens dat maatregelen zouden worden getroffen en werken zouden worden uitgevoerd, nodig tot voorziening in de belangen van de landsverdediging in verband met de werken. De uitvoering van de werken werd in handen gesteld van de Dienst der Zuiderzeewerken, een nieuw gevormde afdeling van Rijkswaterstaat. Na het uitvoeren van een aantal voorbereidende werkzaamheden zoals metingen van diepten, stromingen en dergelijke werd in 1920 daadwerkelijk begonnen met de werken.
Eerst werd de proefpolder Andijk aangelegd, daarna werd de Afsluitdijk gebouwd en vervolgens begonnen de inpolderingen van de Wieringermeerpolder, de Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland. Ook werd begonnen met de dijkbouw voor de Markerwaard.
De Dienst had echter al een omvangrijke taak aan het maken van ontwerpen en het voorbereiden van de uitvoering van de werken, en omdat de continuïteit van de werken gewaarborgd moest zijn werd in 1926 besloten het uitvoeren van de werken over te laten aan een combinatie van de vier grootste aannemers van baggerwerken. Deze kreeg de naam: Naamloze Vennootschap (N.V.) Maatschappij tot Uitvoering van de Zuiderzeewerken (M.U.Z.).
De Dienst der Zuiderzeewerken, na 1977 de Directie Zuiderzeewerken van de Rijkswaterstaat
Dienst Droogmaking Schouwen-Duivenland
Staatscommissie inzake hooge waterstanden in verband met afsluiting Zuiderzee (Commissie Lorentz)
Geschiedenis van de archieven
Er zijn in het archief van de Dienst der Zuiderzeewerken verschillende ordeningsstelsels te onderkennen. Het directiegedeelte dat zich uitstrekt over de periode 1919 tot 1974 was geordend volgens een bepaald rubriekenstelsel, met in 1937 een overgang naar een ander rubriekenstelsel. In 1937 is het archief herordend naar dat nieuwe ordeningsstelsel. De grondgedachte bij de toepassing van dit stelsel was dat bij eventuele reorganisaties taken (objecten) naar andere directies over konden gaan en dat de betrokken stukken dan makkelijk uit het archief gelicht konden worden.
De begindatum van het geheel was 1 mei 1919, de oprichting van de dienst en de einddatum was 31 december 1974 omdat per 1 januari 1975 een nieuw ordeningssysteem volgens de 'Code Huisman' werd ingevoerd. Van 1975 tot 1980 werden de afzonderlijke stukken zaaksgewijs geordend volgens deze code. De einddatum voor dit gedeelte werd gesteld op 31 december 1980, omdat met ingang van 1 januari 1981 de waterstaatscode werd ingesteld. Dit was een goede reden om het archief af te sluiten, te selecteren en te inventariseren.
Als toegangen op het directiegedeelte voor 1975 had men registratuurplannen *  , indicateurs *  en inhoudsopgaven van de mappen *  . De serie registratuurplannen is niet compleet. Van de elf die er voor de hoofdgroepen zouden moeten zijn, ontbreken er drie. Van 1920 tot 1941 werd er ingeschreven in indicateurs, en van 1942 tot 1975 gebruikte men het 'fiche-doorschrijfsysteem' waarbij de fiches weer de basis voor de indicateurs vormden.
Als toegangen op het directiegedeelte na 1974 had men een ordeningsplan waarin de meest gebruikte codegetallen uit de code Huisman zijn opgenomen, fiches en dwergkopieën * 
Bij de dienstkring- en afdelingsarchieven waren meerdere ordeningsstelsels te onderscheiden; chronologisch, naar object en volgens de code Huisman. Als toegangen op de dienstkring- en afdelingsarchieven had men kaartsystemen en dwergkopieën. * 
Voor de archieven van de afdelingen en voor de archieven van de dienstkringen is er geen algemeen cesuur te noemen omdat oprichting en opheffing niet parallel lopen.
Het bestekkengedeelte besloeg de periode 1969 tot 1980. De stukken werden per bestek in een of meerdere mappen geordend.
Het archief van de Staatscommissie Lorentz is chronologisch geordend. Het archief is officieel overgedragen aan de Dienst der Zuiderzeewerken.
Het dijkherstel in Schouwen-Duivenland werd gedetacheerd aan de Dienst der Zuiderzeewerken en vanaf dat moment begon men daar met het vormen van archief. Het archief is wegens de geringe omvang chronologisch geordend.
Verantwoording van de bewerking
Tijdens de bewerking was het archief verdeeld in een directiegedeelte van voor 1975 en een directiegedeelte van na 1974, de archieven van de afdelingen van de dienst en de archieven van de dienstkringen.
De omvang van het archief van de directie voor 1975 bedroeg voor de bewerking ongeveer 230 m. en na de bewerking 59 m., de omvang van het archief van de directie van na 1975 bedroeg voor de bewerking 62 m. en na de bewerking 9,5 m.
De omvang van de archieven van de afdelingen bedroeg voor de bewerking 227,3 m. en na de bewerking 3,5 m., de omvang van de archieven van de dienstkringen bedroeg voor de bewerking 225 m. en na de bewerking 2,5 m. Het archief van de afdeling D is niet ter bewerking aangeboden.
De archieven zijn geselecteerd op basis van de bij de Rijkswaterstaat toegepaste vernietigingslijsten. De archieven van de dienstkringen en de afdelingen zijn wat informatiebehoud betreft afgestemd op het archief van de Dienst der Zuiderzeewerken (directieniveau), hetgeen inhoudt dat wanneer Identieke informatie op directie- en op lager niveau aanwezig was, de betreffende stukken op lager niveau vernietigd werden.
De eigen ordeningsstructuur van het archief is volledig gehandhaafd. De agenda's en indicateurs zijn geplaatst onder stukken van algemene aard, waarbij een onderscheid is gemaakt tussen de indicateurs die in de periode 1919-1932 het geheel beslaan, de indicateurs die in de periode 1933-1954 de rubrieken beslaan, de indicateurs die in de periode 1954-1974 het geheel beslaan en de overige toegangen. Bij het directiegedeelte van voor 1975 zijn bij de beschrijvingen in de meeste gevallen alleen de rubriekscode en de datering aangegeven. De bestekken zijn als aanhangsel van de hoofdrubrieken achter het rubrieksgedeelte geplaatst. In sommige gevallen, zoals bij commissies en bij de subrubrieken diversen, waar geen voldoende toegankelijkheid bleek zijn nadere omschrijvingen gemaakt. De beschrijvingen van het directiegedeelte van na 1974 bevatten de omschrijving van het gezichtspunt, de handeling, het onderwerp, de plaats en de datering. De classificatie die door de registratuur is gegeven, is zeer sporadisch gewijzigd, aangevuld of verbeterd.
Het archief van de Staatscommissie Lorentz (25 cm.) is als gedeponeerd archief beschouwd.
Na de bewerking is het archief overgebracht naar het Rijksarchief Overijssel en de uiteindelijke bestemming is het Rijksarchief Flevoland.
De te vernietigen stukken zijn na toestemming van de Hoofdingenieur-Directeur naar het Bureau Vernietiging Overheidsarchieven te Apeldoorn gezonden.
In 2020 is begonnen met het ompakken en beschrijven van de stukken. Elk dossier is na ompakken apart beschreven en heeft een eigen inventarisnummer gekregen. De oude dossiernummers zijn vermeld per verzamelbeschrijving in het veld Orde. De oorspronkelijke rubriekscodes zijn opgenomen in het veld Orde bij de respectievelijke enkelvoudige en deelbeschrijvingen. In juli 2021 is het hele archief omgepakt en beschreven. In het kader van Digitale Taken Rijk (DTR) wordt dit archief gedigitaliseerd.
De inventarisnummers 1 tot en met 2949 zijn in 2020 gedigitaliseerd. Inventarisnummers 2950 tot en met 4359 zijn in afwachting van digitalisering. Deze worden in 2021 of 2022 gedigitaliseerd en komen in 2022 beschikbaar.
Handleiding voor de gebruiker
Er zijn naast de inventaris nog drie toegangen op het archief die door de archiefvormer zijn gemaakt; ordeningsplannen, indicateurs en inhoudsopgaven van de mappen *  In de inventaris is een uittreksel van het ordeningsplan voor het directiegedeelte van na 1975 opgenomen *  .
Directiegedeelte 1919-1974
Directiegedeelte 1975-1980, afdelingen en dienstkringen
Geraadpleegde literatuur
Kerk, J van der, Zestig jaren veranderingen in de organisatie van de Rijkswaterstaat Den Haag: Hoofddirectie van de Waterstaat (1984).
Thijsse, J.Th., Een halve eeuw Zuiderzeewerken 1920-1970 (Groningen 1972)
Wal, L.T. van der, Geschiedenis van de plannen tot afsluiting en de droogmaking van de Zuiderzee, met chronologische lijst van geschriften tot en met het jaar 1922 (‘s Gravenhage 1923).
Hoekman, J. Literatuurrapport ten behoeve van de bewerking van de archieven van de Dienst der Zuiderzeewerken over de periode 1919-1974 (Winschoten 1986).
Laning, S., Researchrapport ten behoeve van de bewerking van de archieven van de Dienst der Zuiderzeewerken I. Rubriekenarchief, 1919-1974 II, Bestekkenarchief, 1969-1980 ('s-Gravenhage 1985).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van het archief van de dienstkring Noord-Oostpolder, (1937) 1975-1986 (’s-Gravenhage 1986).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van het archief van de dienstkring Zuid-Flevoland, (1966) 1975-1980 (’s-Gravenhage 1986).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van het archief van de dienstkring Afsluitdijk, 1927-1980 ('s-Gravenhage 1987).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van het archief van de dienstkring Flevoland-Oost, (1955) 1957-1980 (’s-Gravenhage 1986).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van het archief van het 'Code Huisman archief', 1975-1980. Deel 1 en II (’s-Gravenhage 1986).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van het archief van de afdeling F (Kunstwerken), 1957-1976 (’s-Gravenhage 1986).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van het archief van de dieristkring Randmeren, 1977-1980 ('s-Gravenhage 1987).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van de afdeling E (Dijkbouw), 1948-1976 ('s-Gravenhage 1987).
-, Researchrapport ten behoeve van de bewerking van het archief van de dienstkring IJsselmeer en Markermeer, 1956-1980 (’s-Gravenhage 1987).
Bijlage Overzicht van de objecten van de Dienst der Zuiderzeewerken
Proefpolder Andijk
Dijkbouw gestart in 1926
Drooggevallen in 1927

Afsluitdijk
Voorbereidend werk begonnen in 1920
Afsluiting op 28 mei 1931
Officiële opening in 1933

Wieringermeerpolder
Dijkbouw gestart in 1927
Afsluiting op 29 juli 1929
Drooggevallen in 1930

Noordoostpolder
Dijkbouw gestart in 1937
Afsluiting in 1940
Drooggevallen in 1942

Oostelijk Flevoland
Dijkbouw gestart in 1950
Afsluiting in 1956
Drooggevallen in 1957

Zuidelijk Flevoland
Dijkbouw begonnen in 1959
Afsluiting in 1967
Drooggevallen in 1968

Markerwaard
Dijkbouw gestart in 1963.
Bijlage Overzicht van de afdelingen van de Dienst der Zuiderzeewerken
Afdeling A
Afsluiting en IJsselmeer.
Bibliotheek, documentatie en voorlichting. Vanaf 1972 dienstkring Afsluitdijk.

Afdeling B
Waterloopkunde en Hydrografie.

Afdeling C
Waterbouwkundige werken in de Noordoostpolder.
Vanaf 1975 dienstkring Noordoostpolder.

Afdeling D
Werktuigkunde.

Afdeling E
Dijkbouw en grote baggerwerken.

Afdeling F
Kunstwerken.

Afdeling G
Waterbouwkundige werken in Oostelijk Flevoland en toegangswegen.
Vanaf 1979 dienstkring Flevoland-Oost.

Afdeling H
Planologie.
Inventaris

Kenmerken

Datering:
(1915) 1919-1975 (1981)
Auteur toegang:
Centrale Archief Selectiedienst
Toelichting openbaarheid:
Per inv. nr. is de datum waarop de openbaarheid vervalt aangegeven. Het gehele archief wordt openbaar per 1 januari 2056.
Omvang in m.:
71,25
Auteur:
Centrale Archief Selectiedienst
Openbaarheid:
Deels openbaar