Skip to main content
Uw zoekacties: Directie van het Openbaar Lichaam De Wieringermeer (IJsselmeerpolders)

0714 Directie van het Openbaar Lichaam De Wieringermeer (IJsselmeerpolders)

beacon
 
 
Geschiedenis van de archiefvormende organen
De Directie van het Openbaar Lichaam de Wieringermeer (IJsselmeerpolders) en haar voorgangers
0714 Directie van het Openbaar Lichaam De Wieringermeer (IJsselmeerpolders)
Geschiedenis van de archiefvormende organen
De Directie van het Openbaar Lichaam de Wieringermeer (IJsselmeerpolders) en haar voorgangers
De polders in het IJsselmeergebied werden drooggelegd door de Dienst der Zuiderzeewerken. Op advies van de Commissie Vissering, die in opdracht van de regering een studie had gemaakt naar de manier waarop de gronden in de Wieringermeer moesten worden uitgegeven, stelde de Minister van Waterstaat bij beschikking van 7 mei 1930 een dienst in, die zich zou gaan bezighouden met het in cultuur brengen van de in de Wieringermeer drooggelegde polders. Deze dienst kreeg de naam: "Voorlopige Directie van de Wieringermeer", en veel later (in 1962) de betere naam: "Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders".
De dienst en de Dienst der Zuiderzeewerken werkten vanaf het begin intensief samen, echter met een afscheiding tussen de respectievelijke taakgebieden. De bedijking, de bemaling, de hoofdwatergangen, de sloten, wegen en bruggen behoorden tot de Dienst der Zuiderzeewerken en de detail-ontwatering, de inrichting van het land, de kolonisatie en alles wat daarmee samenhangt tot de Voorlopige Directie van de Wieringermeer, later de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders.
De werkzaamheden die voortvloeiden uit de taak van de dienst waren o.a.: het ontwateren en ontginnen van de gronden, de aanleg van bossen, natuur- en later recreatieterreinen, de bouw van boerderijen, woonkernen met de bijbehorende nutsvoorzieningen, de vestiging van personen, bedrijven en instellingen, het domeinbeheer over de gronden en gebouwen in Staatseigendom en het scheppen van een goed woonklimaat.
Voor de vervulling van deze taken had de dienst drie uitvoerende afdelingen: de landbouwkundige afdeling, de cultuur-technische afdeling en de sociaal-economische afdeling. De landbouwkundige afdeling was belast met de landbouwwetenschappelijke voorlichting, met het onderzoek, het op kaart brengen en de classificatie van de gronden, alsmede met de voorlichting van de kolonisten. Tot de taak van de cultuur-technische afdeling behoorde het eigenlijke ontginningswerk, waaronder de ontwateringswerken, de tijdelijke verbindingswegen, het inzaaien en oogsten, alsmede de exploitatie van de gronden. Aan de sociaal-economische afdeling was opgedragen de zorg voor de sociale maatregelen, de stichting van bedrijfsgebouwen, de inrichting en bebouwing van dorpskernen, de kolonisatie en de uitgifte van gronden.
In 1935 werd de taak van de landbouwkundige afdeling uitgebreid met de zorg voor het proefveldwezen, terwijl de administratie en het financieel beheer werden ondergebracht bij de sociaal-economische afdeling. De organisatie werd in 1936 uitgebreid met een waterbouwkundige afdeling die per 1 januari 1936 het beheer en onderhoud van de waterbouwkundige werken in de Wieringermeerpolder overnam van de Dienst der Zuiderzeewerken.
In 1937 onderging de Voorlopige Directie van de Wieringermeer een naamsverandering toen bij wet van 31 mei, stb. 521, het Openbaar Lichaam "De Wieringermeer" werd ingesteld, dat bestond uit een Raad, een Directie en een bestuurscommissie. De Directie werd, onder toezicht van de Raad, belast met de ontginning en de kolonisatie van de polder.
Ingevolge artikel 28 van deze wet konden het lichaam en zijn organen de aan hen toegekende bevoegdheden tevens uitoefenen met betrekking tot de andere in te polderen gedeelten van het IJsselmeer. Op grond van deze bepaling werden in 1942 tijdens de Tweede Wereldoorlog de ontginning en de kolonisatie van de Noordoostpolder opgedragen aan de dienst, die vanaf toen werd aangeduid als de Directie van de Wieringermeer (Noordoostpolderwerken). Later, in 1960, toen dezelfde werkzaamheden in Oostelijk Flevoland ook aan de Directie werden opgedragen, veranderde de naam in Directie van de Wieringermeer (IJsselmeerpolders). Aan deze merkwaardige constructie kwam op 10 december 1962 een eind toen bij beschikking van de Minister van Verkeer en Waterstaat de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders werd ingesteld die de taken -en het personeel -van de voormalige Directie overnam. Deze Rijksdienst zou net als de Directie rechtstreeks ressorteren onder het Ministerie van Verkeer en Waterstaat.
De beschikking werd op 28 februari 1963 van kracht. De taken van de nieuw ingestelde dienst werden in artikel 2 van de beschikking als volgt omschreven:
a. het tezamen met de Dienst der Zuiderzeewerken opmaken van alle plannen betrekking hebbende op de inpolderingen in het IJsselmeer;
b. het geschikt maken van gronden van de in het IJsselmeer ingepolderde gebieden voor agrarisch, stedelijk en recreatief gebruik en de voorbereiding daartoe;
c. het voorbereiden en ten uitvoer brengen van alle werken van stedebouwkundige aard, met de bebouwingen en andere voorzieningen, welke voor de opbouwen de ontwikkeling van de ingepolderde gebieden nodig zijn, met uitzondering van die gebouwen, welke naar hun aard door andere overheidsinstellingen dan wel door particuliere instellingen worden gesticht;
d. de sociaal-economische opbouw van de ingepolderde gebieden en de voorbereiding daarvan, waaronder mede te verstaan de vestiging van personen, bedrijven en instellingen;
e. de exploitatie van de aangegeven bedrijven in eigen beheer gedurende de tijd dat de dienst het domeinbeheer voert in de desbetreffende polder;
f. het voeren van een deel van het domeinbeheer over de Staatseigendommen in de ingepolderde gebieden gedurende de tijd dat dit door de Minister van Financiën aan de dienst is opgedragen, mede omvattende het opstellen van de uitgifteplannen en van de voorwaarden waaronder de uitgifte van de Staatseigendommen geschiedt, de uitgiften en de aanwijzing van de bedrijven welke in eigen beheer worden geëxploiteerd.
Stichting Woningbouw Lelystad
Museum Ketelhaven
Geschiedenis van de archieven
Het archief van de Directie van het Openbaar Lichaam de Wieringermeer en (IJsselmeerpolders) en haar voorlopers
Stichting Woningbouw Lelystad
Museum Ketelhaven
Verantwoording van de bewerking
De begindatum van het archief is gesteld op 1928, het jaar waarin gestart werd met de voorbereiding van de instelling van een orgaan dat belast zou worden met de ontginningswerkzaamheden en dergelijke in de drooggevallen Wieringermeer. De einddatum is gesteld op 28 februari 1963, de datum waarop de beschikking van de instelling van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders van kracht werd. Naast onderhavige inventaris is er van van de dossiers met een afdoeningsdatum van na 28 februari 1963 een dossierinventaris gemaakt. Bij de bewerking is uitgegaan van het structuurbeginsel. De code is gehandhaafd en bij de ordening van de bestanddelen is de code-volgorde aangehouden. Om het archiefmateriaal op code-volgorde te krijgen moest het bestand eerst herordend worden, aangezien de administratie de dossiers in willekeurige volgorde opborg.
Het archief is geselecteerd met behulp van een categorieënlijst van te bewaren en te vernietigen categorieën, samengesteld aan de hand van de lijst van voor vernietiging in aanmerking komende archiefbescheiden van het departement van Verkeer en Waterstaat en de daaronder resorterende organen, met uitzondering van het Staatsbedrijf PTT, en de concept-vernietigingslijst regionale directies Rijkswaterstaat taakgedeelte. Tevens is een ongedateerde vernietigingslijst van de RIJP gehanteerd. De dossierinventaris die in de inventaris in de eerste beschrijving onder een blind nummer wordt opgevoerd, is de door de administratie zelf gemaakte toegang. Tijdens de selectie is in die dossierinventaris aantekening gehouden van de genomen selectiebeslissingen. Deze dossierinventaris is nog als neveningang te gebruiken. Ook het registratuurplan met daarin de RIJP-code is onder een blind nummer voor in de inventaris geplaatst. Bij enige code's is geen omschrijving gezet omdat de door de archiefvormer toegepaste codering is gehandhaafd of omdat een aantal afzonderlijke code's samengevoegd is tot één.
Een aantal werkarchieven bevindt zich nog bij de beheerder. Vermeende hiaten in het archief kunnen zijn ontstaan doordat de dienst bij afstoting van taken de desbetreffende stukken naar de taakopvolger deed overgaan.
De twee blokken waaruit het archief bij het begin van de bewerking bestond zijn weer als zodanig in de inventaris opgevoerd.
In de beschrijvingen zijn de voorkomende stamboeknummers aangegeven. Het archief van het museum Ketelhaven had, gezien het feit dat het eigenlijk door de afdeling Oudheidkundig Bodemonderzoek gevormd is, in het code-gedeelte ondergebracht kunnen worden, maar gezien de afspraken met de beheerder wordt het als gedeponeerd archief beschouwd.
Het archief van de Stichting Woningbouw Lelystad wordt als gedeponeerd archief beschouwd.
Geraadpleegde literatuur
Atlas, Zuiderzeeproject 1972-1973 (6e jaargang) (Lelystad, 1972).
Akkerman, A, Researchrapport betreffende het Centraal Archief van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat te Lelystad 1928-1986 (Winschoten, 1987)
Hoekman, J, Literatuurrapport ten behoeve van de bewerking van de archieven van de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders 1930-1986 (Winschoten, 1987).
Inventaris

Kenmerken

Datering:
(1918) 1928-1963 (1980)
Omvang in m.:
49,875
Auteur toegang:
Centrale Archief Selectiedienst
Toelichting openbaarheid:
Verklaring van overbrenging en Besluit Staatscourant 2014, nr. 26.398 d.d. 23 september 2014. Per inv. nr. is de datum waarop de openbaarheid vervalt aangegeven. Het gehele archief wordt openbaar per 1 januari 2056.
Opmerkingen:
Inventarisnummers 46 en 1188 t/m 2044 worden gedigitaliseerd.
Openbaarheid:
Deels openbaar